Marcel Oomen heeft ontzettend veel geleerd van de verbouwing van zijn huis
Tot vijf keer toe bewoonden Marcel Oomen en zijn vrouw Anna een nieuwbouwhuis. Tot ze in 2019 vanuit Amsterdam Noord naar Heemstede kwamen. Hun ‘nieuwe’ huis uit 1920 was in slechte staat en hun bouwkundig adviseur raadde hen aan om de boel grondig te laten isoleren. “Duurzaamheid was voor ons tot dan toe niet zo’n thema geweest. Maar nu ontstond er een plan voor nul op de meter.”
Dat plan bleek behoorlijk ambitieus. “Er zaten nog oude gashaarden in het huis, het tochtte overal en de muren waren enkelsteens”, vertelt Marcel. “De verbouwing werd veel duurder dan gedacht, maar op een gegeven moment kun je niet meer terug.”
Schil aan de binnenkant
Het huis kreeg een extra schil, maar dan aan de binnenkant. Er kwamen nieuwe ramen en er werden binnenmuren geplaatst met een isolatielaag van twaalf centimeter. De dakisolatie had Marcel liever aan de buitenkant aangebracht, vlak onder de pannen. “Er zitten wat rare hoeken in het dak”, legt hij uit. “Die zijn van binnen moeilijk te isoleren.” Voor die keuze was echter wel een omgevingsvergunning nodig.
Ook hierover liet Marcel zich grondig adviseren. “Je moet je buren mee hebben”, raadde een bouwkundige aan. Een andere expert, de voormalig voorzitter van Heemsteeds Duurzamer, kreeg hij zover om mee te gaan naar een gesprek met de gemeente. “Daar viel wel twaalf keer het woord ‘uitstraling’”, herinnert Marcel zich. “Terwijl het met die isolatie zou gaan om een verhoging van een centimeter of twintig.”
Lang verhaal kort: ook het dak moest van binnenuit geïsoleerd worden. Het ‘rare hoekje’ in het dak, dat grenst aan de badkamer, werd uiteindelijk met isolatieballetjes gevuld. “Supercomfortabel”, stelt Marcel tevreden vast. “Ook in de winter. Maar de aannemer wilde er geen garantie op afgeven, aangezien het een nogal ongebruikelijke oplossing was.”
Grondgebonden warmtepomp
Voor de verwarming werd een grondgebonden warmtepomp geïnstalleerd. Marcel: “In de voortuin gaat een dubbele buis 182 meter de grond in.” Aanvankelijk wilde hij een kleinere installatie, maar inmiddels was er een bewoonbaar tuinhuis dat verwarmd moest worden de plannen in geslopen. “Daar heb ik de werkplaats voor mijn hobby, houtbewerking. En als we later niet meer de trap op kunnen, zouden we er ook kunnen gaan slapen.”
Om zowel het huis als het tuinhuis elektrisch te verwarmen, zouden drie putten moeten worden geslagen. Die putten moeten op zeven meter afstand van elkaar liggen, maar daar was in de achtertuin geen ruimte voor. Uiteindelijk werd er een diepe en grotere put in de voortuin geboord, met een twaalf meter hoge machine van twintig ton. “De leidingen moesten om het huis heen, want binnen lag de vloer er al, met vloerverwarming eronder. Die wilden we niet meer openbreken.”
Warmteterugwininstallatie
Een warmteterugwininstallatie helpt het energieverbruik behapbaar te houden. Zo’n systeem voert vuile lucht af en blaast schone lucht terug in huis. Een warmtewisselaar brengt de warmte van de vervuilde lucht over op de frisse lucht van buiten. “Dat scheelt zo twee graden”, schat Marcel. “Wanneer de lucht na het douchen vochtig is, zuigt de installatie tijdelijk drie keer zo hard. Na een uur is het dan weer helemaal droog.”
Nadeel vond hij wel dat het systeem vrij lawaaiig was. “Na een jaar waren we wel gewend aan het geluid. Maar toen de onderhoudsman langskwam, zei die: “Jullie hebben ‘m de hele tijd op turbo staan. Die overlast was dus helemaal niet nodig geweest.”
Leermomentjes
De stroom voor alle elektrische installaties komt van 21 zonnepanelen op het dak van het tuinhuis. Dat klinkt mooi, maar ook die leveren de nodige keuze- en leermomenten op. “We hebben ze serieel laten schakelen”, zegt Marcel. “Achteraf was dat niet handig. Want als op een of twee panelen te weinig licht valt, bijvoorbeeld door de bomen, dan wordt een hele rij afgeschakeld.”
Om die reden moet Marcel regelmatig in gesprek met de achterburen. Het huis achter dat van Marcel en Anna krijgt nogal eens nieuwe bewoners en elke nieuwe buur moet ervan overtuigd worden dat zij hun bomen toch echt kort moeten houden, omdat ze te dicht bij de erfgrens staan. De ene bewoner gaat daar gemakkelijker in mee dan de andere. “Gedoe gewoon”, vindt Marcel.
Net als de groene aanslag die dit voorjaar wel heel dik op de panelen ligt. Morgen komt er een gespecialiseerd schoonmaakbedrijf om de panelen weer schoon te krijgen. “Daar moet je speciaal spul voor gebruiken. Een eerder bedrijf kreeg het niet voor elkaar en je mag er zelf ook niet te veel aan boenen.”
Al met al heeft Marcel veel geleerd van de verbouwing, zegt hij. Het heeft hem door en door overtuigd van de noodzaak en urgentie van de energietransitie. Inmiddels is hij dan ook zelf aan de slag gegaan als energiecoach bij Heemsteeds Duurzamer. “De grootste hobbel naar verduurzaming is de huidige samenleving”, denkt hij, ”Het besef dat we moeten verduurzamen is er wel, maar dit leidt tot onvoldoende maatregelen. Het mag wat mij betreft allemaal wel wat dwingender.”